Mijn geloof is sterk. Ik ben katholiek opgevoed en heb dan ook de sacramenten van het geloof ontvangen. Het doopsel, de heilige communie, het vormsel, zelfs die van het huwelijk en niet te vergeten de biecht, toen ik gevoelens voor jongens kreeg. Als volwassene heb ik me nogmaals laten dopen en als ambassadeur voor mijn werk ben in naar Lourdes geweest, waar ik wonderen heb zien gebeuren.
Mijn drang om bij een kerk te horen, me daar thuis te voelen is sterk. Wat voelde ik me daarom afgewezen toen mijn achtergrond als belijdend christen voor sommige kerken onvoldoende bleek. Op zoek naar een nieuwe kerk, in een nieuwe woonomgeving viel een kerkraad over mijn ‘praktiserende’ homo-zijn. Over het ‘praktiserend’ hetero-zijn, hoor je vreemd genoeg nooit iemand. Dat is tenslotte hoe het schijnbaar hoort in een kerk. Of in ieder geval in de kerk waar ik het hier over heb. Letterlijk werd mij te verstaan gegeven dat ‘’we niet de vrijmoedigheid hebben je te weren in de kerk. Maar we keuren het niet goed!’’.
We keuren het niet goed! Wat keuren ze niet goed? Dat ik na een gigantische worsteling met mezelf eindelijk uit de kast ben gekomen? Dat ik veel liefde voel voor een bijzonder mens, in dit geval een man, waar ik trouw aan ben, mijn leven mee deel en seks mee heb. Dat ik steun haal uit mijn geloof. Ik bid en de bijbel lees, in de sociale sector werk, me inzet voor vluchtelingen, duurzaam leef en totaal niet materialistisch ben ingesteld. Kortom, dat ik zoveel mogelijk volgens de christelijke waardes leef? ‘
’Ik hoop dat je je geloof niet kwijtraakt nu je afgewezen bent door onze kerk,’’ zei één van de kerkraadsleden na afloop van ons gesprek. Of ik mijn geloof kan kwijtraken door een afwijzing van een kerkraad! Geloof gaat toch echt wel wat verder, zit diep van binnen.
Om dat te uiten, liet ik een tatoeage zetten. Van drie beschermengelen op mijn schouder. Hoe dat proces verliep en wat het (voor mij) betekende, lees je in mijn blog van volgende week.
Wordt vervolgd.
0 reacties